De Zolderbeleggers - #17 Nieuwe opzet
- Jan van Rijnbach

- May 2, 2021
- 4 min read
Dag luisteraars!
Zoals de titel van de blogpost en de podcastaflevering verraadt, hebben we de opzet van de podcast een beetje omgegooid. Waar we vroeger van ‘macro-economisch à bedrijfsnieuws à individuele portfolios’ gingen, doen we dat nu precies andersom. We beginnen bij onze laatste transactie of anderzijds wat ons opviel in onze portfolio. Daarmee hopen we jullie direct mee te nemen in onze persoonlijke overwegingen, waarna we vervolgens uitzoomen met nieuwsartikelen die we zelf meenemen. Ik zal altijd ten minste één macro-economisch artikel meenemen om te bespreken, Jelle altijd ten minste één beursnieuwtje, en Julian neemt ook zijn spraakmaker mee. Hierdoor krijgen we net iets meer een gesprek, en krijgen jullie ook meer achtergrond te horen in plaats van wat je zelf in het nieuws kan lezen.
Wat betekent dat voor de blogposts? Eigenlijk niet veel – ik blijf vooral uitlichten wat ik zelf leuk vind, en dat is afhankelijk van wat er de afgelopen week aan data voorbij is gekomen. Ditmaal wil ik de start leggen aan het uitleggen van de ‘factoren’ in investeren: style (value versus growth), size (small versus large), momentum (groei afgelopen periode), quality (‘winstgevendheid’), volatility (‘koersbeweeglijkheid’), en last but not least, risico zelf als ‘market beta’. Tot slot wil ik nog even het een stukje kijken naar de ‘hoog of laag’ mentaliteit in het inkopen op de beurs.
Value
Value stocks (in het Nederlands: waardeaandelen) zijn het tegenovergestelde van growth stocks (in het Nederland: groeiaandelen). Wat is de ‘anatomie’ van deze soort aandelen? Laat me beginnen met het uitleggen van groeiaandelen, omdat we daarmee gelijk het verschil weten met value. Groeiaandelen zoals de naam verraadt, gedefinieerd aan de hand van hun groei in omzet en winst – en zo worden ze ook geprijsd. Omdat investeerders de groei inprijzen in het aandeel, hebben deze aandelen in het heden vaak een hoge koers-winstverhouding. Het idee is dat deze groei doorzet, zodat het aandeel over een paar jaar juist vrij goedkoop is volgens deze zelfde maatstaaf. Groeiaandelen verdienen dus, zo vinden de investeerders, deze hoge prijs: De toekomst ziet er namelijk rooskleurig uit voor deze bedrijven.
Waardeaandelen daarentegen worden niet direct gemeten door ‘lage groei’, maar door de ‘waarde die je krijgt voor je geld’; dat betekent een lage koers-winstverhouding – je betaalt dus weinig geld voor elke euro winst die er gemaakt wordt. Ook wordt een lage boekwaarde meegenomen. Als je kijkt naar de balans van een bedrijf, wil je dus dat je relatief weinig geld betaalt voor de boekwaarde(/’onderliggende balans’) van het bedrijf. Deze bedrijven zijn laaggeprijsd om een reden – de ‘markt’, ofwel het collectief van investeerders, vindt ze ofwel weinig interessant ofwel risicovol.
Dat brengt ons direct bij een interessante mythe: Growth is helemaal niet risicovoller dan Value. Als je even wat backtests doet op menig brede Value ETFs en Growth ETFs, dan zie je dat de standaarddeviatie, volatiliteit, en max. ‘drawdowns’ (dalingen van piek) allen hoger zijn bij value (backtest US + backtest EU). Wat wellicht het gevoel geeft dat growth ‘riskanter’ is, is omdat er wellicht veel in de prijs wordt inbegrepen qua verwachte PLUS onverwachte toekomstige groei. Naarmate die groei wellicht niet aan verwachtingen voldoet, of dat er wellicht teveel onverwachte groei is ingeprijsd, daalt de prijs van het aandeel. Omdat groeiaandelen vaak geen dividend uitkeren en je dus enkel rendement haalt uit koerswinst, behaal je dus in totaal minder rendement.
Daarbij zijn waardeaandelen júist interessant omdat weinig mensen ze interessant vinden – daardoor zijn er minder kopers voor meer onderliggende waarde, waarbij je ook nog eens beloond wordt voor het hogere risico wat je neemt wat anderen niet willen nemen - dit komt samen in de 'value premium'. Het interessante van het rendement op valuestocks is, dat een deel ook verklaard wordt door ‘migratie’: Een waardeaandeel ‘verbetert’ naar groeiaandeel, waardoor het meer waard wordt (prijs stijgt) en daardoor je koopje ineens, bovenop dividend, ook nog eens koerswinst oplevert. Volgende week gaan we het hebben over 'Small versus Large', waar deze migratie ook speelt.
De laatste vijf á tien jaar was het de tijd voor Growth, maar dat kan wellicht gaan veranderen als we teruggaan naar het gemiddelde – zie onderstaande plaatjes uit dit artikel van Vanguard.


Tot slot: Enkel moment van verkoop telt
In de afgelopen aflevering van de Rational Reminder Podcast kwam de legendarische Paul Merriman langs. In de veertiende blogpost had ik het al even over de enorme schat aan informatie op zijn website. Merriman had een boodschap die ik hier graag nog even wil herhalen, omdat we dit als jonge beleggers onderling eigenlijk niet voldoende herhalen: Het is voor ons juist goed als de beurs crasht. Als de beurs in een bear market raakt. Als de beurs de komende twintig jaar ‘laag’ staat. Waarom? Omdat we nu eigenlijk enkel nog aan het inleggen zijn, en pas op bijvoorbeeld onze vijftigste of zestigste willen gaan interen op onze beleggingspot. En dan koop ik tot die tijd veel liever twee aandelen voor de prijs van €50, dan één voor €100. Als ik even gemakshalve voor het voorbeeld zeg dat ik gemiddeld €500,- per maand aan nieuwe aandelen bijkoop vanuit mijn werkinkomen, voor een jaartje of 30, dan leg ik in totaal €180.000 in. Als de beurs juist dertig jaar overmatig presteert ten opzichte van de onderliggende economie en daarna plots omdraait en het minder gaat doen, is dat voor mij precies slecht – ik heb aandelen ‘duur’ gekocht, en worden, als ik ze wil verkopen als ik ouder ben, minder waard.
Enfin, hopen op een smerige crash die twintig jaar duurt dus – mits de reële economie, en dus ons inkomen, er maar niet onder lijden. Wat overigens een grote mits is, maar een mens mag dromen.
Tot volgende week!
Jan
Volg ons ook op Spotify 'De Zolderbeleggers' en Instagram op @Beleggenmetomeduo
Tags: Beleggen, Investeren, Stocks, Aandelen, Beginnen met beleggen, Economie



Comments